Kun je teveel historisch besef hebben?
17 maart 2022Marienklage/Stabat Mater/Wondrous Cross/Mattheüspassion
31 maart 2022Gelovig en niet-gelovig
Gedachten bij de week door ds. Willem Jan de Hek.
Nederland is geen gelovig land meer, zo las ik deze week in het nieuws. Voor het eerst heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) meer niet-gelovigen dan gelovigen in Nederland geteld, waarmee religieuze groepen volgens het onderzoek ‘minderheden’ zijn geworden. De stelling dat Nederland geen gelovig land meer is, riep bij mij trouwens meteen wat vragen op. Wat is dat eigenlijk, een gelovig land? En hangt dat werkelijk af van de levensovertuiging van de helft plus één? “De tegenstelling niet-gelovig versus gelovig is ten diepste simplistisch,” schreef Maarten Neuteboom op Twitter. “Ieder mens stuit omtrent zijn wereldbeeld en opvatting over hoe te leven uiteindelijk op vooronderstellingen die hij niet kan bewijzen. De vraag is niet zozeer óf je gelooft, maar wát je gelooft.” En zo is het maar net.
Niet-gelovig-zijn is nog wat anders dan ongelovig-zijn. Waar het om gaat, is dat de meerderheid van de Nederlanders zich niet langer zegt te verlaten op wat een traditionele religie hen aan de betekenis van het leven aanreikt. Liever zoeken zij zélf naar zin, en dan bij voorkeur in het eigen leven. Jezelf ontwikkelen, intense ervaringen beleven. Volgens het onderzoek kan dit “zorgen voor een grotere mentale belasting en een mogelijke toename van problemen die hiermee worden geassocieerd.” Een herkenbare trend, ook binnen de kerk trouwens. Nog een reden waarom die scheiding tussen gelovig en niet-gelovig toch wat geforceerd overkomt. Alsof gelovigen zich altijd zonder na te denken klakkeloos kunnen overgeven aan wat hen aangereikt wordt van de andere kant. Wie de weg van het geloof een tijdje gaat komt erachter dat dit óók vaak een weg van aanvechting is. Je leert jezelf kennen. Je herkent je in een opstandige Petrus. Of in een ongelovige Thomas. Of in een teleurgestelde Emmaüsganger. Maar je weet óók van de ontspannende boodschap van het evangelie. En van de genadige ruimte die dat evangelie biedt.
Ondertussen komt het SCP met een welgemeend advies. Beleidsmakers wordt op het hart gedrukt om in te zetten op wederzijds begrip en acceptatie. In onze samenleving moet iedereen volwaardig mee kunnen doen, ook zij die tot een religieuze minderheid behoren. Er ontstaat de komende tijd mogelijkerwijs “meer onbegrip tussen gelovigen en niet-gelovigen. Daarom is het van belang dat onder meer de overheid, scholen, maar ook werkgevers optreden tegen discriminatie of een onveilig klimaat. Juist scholen kunnen bij uitstek een plek zijn waar ontmoeting plaatsvindt en waar leerlingen leren omgaan met andere opvattingen en waarden dan die van henzelf.” Eerlijk gezegd hoop ik dat niet alleen de scholen, maar ook de kerken zo’n plek zullen zijn en blijven. Een beetje tegendraads zijn die plekken inmiddels blijkbaar wel. Omdat je er de zin van je leven búiten jezelf kunt zoeken. Omdat de blik op een Ander wordt gericht wat de relatie ieder ander als het goed is ten goede komt. Want juíst wanneer de betekenis van het leven je van elders wordt aangereikt, kan er werkelijke ruimte ontstaan voor verbinding.