De les van de schildpaddenbrigade in de week van de Amerikaanse verkiezingen
8 november 2024G.K. Chesterton en wijk C
Gedachten bij de week door ds. Wim Vermeulen
Nog niet zo lang geleden verscheen de bundel De kracht van verwondering, een verzameling essays van de Britse schrijver en apologeet G .K. Chesterton. Chesterton lezen is een genot. Hij schrijft mooi, slim, scherpzinnig en uitdagend. En het geeft altijd te denken. Neem nu dit stuk over “moderne mensen en de straat waarin zij wonen”…
“Alle inspanning van de typisch moderne mens is erop gericht om te ontsnappen aan de straat waar hij woont. Eerst vindt hij de moderne hygiëne uit en gaat hij naar Margate [populaire Engelse badplaats, WV]. Dan vindt hij de moderne cultuur uit en gaat hij naar Florence. Dan vindt hij het moderne imperialisme uit en gaat hij naar Timboektoe. Hij gaat naar de excentrieke grenzen van de aarde. Hij doet alsof hij tijgers schiet. Hij rijdt bijna op een kameel. Bij dit alles is hij in wezen nog steeds op de vlucht voor de straat waarin hij is geboren en hij staat altijd weer klaar met zijn eigen verklaring voor deze vlucht. Hij zegt dat hij zijn straat ontvlucht omdat die saai is, maar hij liegt. In werkelijkheid ontvlucht hij zijn straat omdat die veel te spannend is. Ze is spannend omdat ze veeleisend is en ze is veeleisend omdat ze leeft. Hij kan Venetië bezoeken, omdat voor hem de Venetianen slechts Venetianen zijn; de bewoners van zijn eigen straat zijn mensen (…); als hij naar de oude dame in de buurtuin staart, komt ze in actie. Kortom, hij wordt gedwongen te vluchten uit de stimulerende samenleving van zijn gelijken – van vrije mensen, die op een eigenzinnige, persoonlijke, opzettelijke manier anders zijn dan hij. De straat in Brixton [wijk van Londen, WV] is te levendig en te overweldigend. Hij moet zichzelf kalmeren en tot rust brengen tussen tijgers en aasgieren, kamelen en krokodillen. (….) Die proberen niet zijn principes te vernietigen en hun eigen principes tot gelding te brengen; de vreemde monsters van zijn voorstedelijke straat proberen dit wel…” (pp. 69-70)
Ik las deze passage de afgelopen week, de week van Sint Maarten. Behalve dat ik erom moest glimlachen, gaf ze me ook te denken. Ik zag de foto’s weer voor me die Martijn Bac deelde in de Jacobi-app, over de Sint Maartensmaaltijd, afgelopen maandagavond in de kerk. Bij de “gewone” maandagavondmaaltijd waren dit keer ook een twintigtal studenten van diverse pluimage aangesloten. Aansluitend was er een “levende bibliotheek” waarin iemand van het wegloophuis, een broeder Augustijn, twee Oekraïense vluchtelingen en enkele ex-daklozen hun verhaal deelden. Allemaal “vrije mensen, die op een eigenzinnige, persoonlijke, opzettelijke manier anders zijn dan wij” om het met Chesterton te zeggen. En bijna allemaal mensen die (bijna) letterlijk “om de hoek van de kerk” wonen. Prachtig om te zien hoe we als Jacobikerkgemeente op deze manier een klein beetje de verleiding weerstaan om onze straat en buurt te ontvluchten omdat die misschien wel te veeleisend en te spannend is. Inderdaad, het is spannend om de buurt in de kerk te nodigen. En ja, het aangaan van betekenisvolle relaties kan heel veeleisend zijn. Maar we hebben ze nodig om te leren waar Christus ons toe roept. Om in het gelaat van de ander iets van Christus’ honger, dorst, eenzaamheid enz. (Matth. 25) te zien. Om in het gelaat van de ander iets van Christus’ overvloed voorgeschoteld te krijgen (Joh. 10,10). Om de ander te kunnen laten delen in de overvloed die wij ontvangen (en te delen!) hebben.