Roeping (2)
3 mei 2024
Roeping (4): De Grecophiles
17 mei 2024
Roeping (2)
3 mei 2024
Roeping (4): De Grecophiles
17 mei 2024
Laat alles zien

Roeping (3)

Gedachten bij de week door ds. Wim Vermeulen

Drie weken geleden was het Roepingenzondag, we stonden er in de kerk bij stil. Ds. Willem Jan de Hek schreef er zijn gedachten bij de week over. Vorige week deelden we een roepingsverhaal dat ds. Mark de Jager schreef op LinkedIn. Deze en volgende week zullen we als Jacobidominees iets van onze eigen ervaringen met roeping met je delen. Doorpraten over jouw eigen vragen rondom roeping? Neem gerust contact op!

Ik ben benieuwd waar jij aan denkt als je het woord “roeping” hoort. Misschien denk je intuïtief aan een bijzonder moment waarop iemand een heel duidelijke (innerlijke) stem hoort, of een ingrijpende gebeurtenis meemaakt die de loop van zijn of haar leven voorgoed verandert. Een beetje zoals Paulus die op weg naar Damascus werd geroepen, of Luther die tijdens een heftig onweer beloofde monnik te worden.

Als ik over mijn eigen roeping nadenk, denk ik niet aan zulke spectaculaire gebeurtenissen. In mijn geval leerde ik mijn roeping veel meer verstaan in een geleidelijk proces, waarbij deuren open en dicht gingen, en me de dingen gaandeweg steeds duidelijker werden.

Dat begon tijdens mijn eerste studiejaar hier in Utrecht. Ik had me ingeschreven voor rechten, maar daar kreeg ik – sorry, juristen onder ons – al na een paar maanden flinke spijt van. Ik zat er overduidelijk niet op mijn plek en wist eigenlijk niet goed hoe het verder moest. Theologie studeren had ik nooit echt overwogen, omdat ik meende dat je daarvoor een heel duidelijke roeping moest hebben – en die had ik niet (dacht ik op basis van mijn toenmalige ideeën over roeping). Toch heb ik in dat eerste jaar het roer omgegooid, ben gestopt met rechten en heb de rest van dat jaar gebruikt om mijn deficiënties voor klassieke talen bij te werken.

Het jaar daarop ben ik gestart met de studie theologie. Nog steeds zonder duidelijke “roeping”, maar met het idee: gewoon beginnen en zien waar het je brengt. De studie beviel me erg goed. Ik trof inspirerende docenten en had veel plezier in de meeste vakken. Over roeping maakte ik me een paar jaar lang niet zo druk.

Dat veranderde tegen het einde van de studie. Want ja, daarna moet je toch een keer iets gaan doen. Mijn stage in de Noorderkerk in Amsterdam deed me kennismaken met allerlei kanten van het werk in de kerk. Ds. Cees van Duijn (hij leeft helaas niet meer) was een bezielende begeleider en langzaam maar zeker zag ik het mezelf wel doen. Een beslissend duwtje gaf dr. Bert de Leede me, mijn supervisor op het seminarium. “Ik denk dat je een goeie dominee kunt worden”, zei hij bij het eindgesprek. Dat had nog nooit iemand tegen me gezegd.

Ondertussen had ik ook al een paar jaar een kleine baan in het middelbaar onderwijs die me beviel, dus kwam ik voor het dilemma te staan: wordt het de kerk, of blijft het het onderwijs? Ik heb me toen beroepbaar gesteld, zoals dat heet, en ben ondertussen gewoon doorgegaan met lesgeven door de week, terwijl ik op zondag regelmatig voorging in kerkdiensten.

Na anderhalf jaar kwam er een beroep uit Goudriaan en Ottoland, dat ik toen maar heb beschouwd als een wenk dat de kerk het moest gaan winnen van het onderwijs. In 2010 verhuisden we naar de Alblasserwaard, waar we vijf intensieve maar goede jaren hebben gehad.

Een telefoontje van een zekere Barbara Lamain (velen van jullie kennen haar nog) uit Utrecht kwam in 2015 als een donderslag bij heldere hemel. Er was niets in mij dat bezig was met weggaan uit de Alblasserwaard, en als ik daar al aan dacht dan dacht ik zeker niet aan Utrecht als mogelijke volgende plek. In termen van roeping kwam ik nu ook op onbekend terrein, want in betrekkelijk korte tijd moest ik een keuze maken tussen twee roepingen. In die weken waren er (naast andere dingen die gebeurden) drie mensen die – onafhankelijk van elkaar en in twee van de drie gevallen tegen hun eigen belangen in – tegen me zeiden: “Ik denk dat je dit moet doen.” Dat heb ik toen als aanwijzing gezien en de rest is geschiedenis.

Het onderscheiden van je roeping heeft – voor mij althans – veel te maken met in ieder geval deze twee dingen: getuigenissen van andere mensen (2 Korintiërs 13,1) en het open en dichtgaan van deuren (Handelingen 16,6-7). Terugkijkend heb ik in al die momenten waarop ik mijn roeping moest onderscheiden ook veel geleerd over hoe ik zelf in elkaar zit. Beslissingen nemen waarvan ik de gevolgen niet allemaal kan overzien, vind ik bijvoorbeeld iets lastigs. Ook heb ik de neiging om mijn eigen verlangens en gevoelens juist te wantrouwen. Concrete getuigenissen van anderen wekken bij mij juist wel vertrouwen, evenals het zien open en dichtgaan van spreekwoordelijke deuren. Zo geloof ik dat God ook als het om onderscheiden van je roeping gaat, aansluit bij het deeg waarvan je gebakken bent en je gaandeweg het nodige bijleert.

 

 

Geverifieerd door ExactMetrics