Zomertijd: Zalige eenvoud
13 augustus 2021Zomertijd: Buitenperspectief
26 augustus 2021Zomertijd: Wie zou nog vrezen?
“Ze namen hem (Paulus) mee naar de Areopagus en zeiden: Kunt u ons uitleggen wat die nieuwe leer is die door u wordt uitgedragen?” (Handelingen 17,19)
Deze zomer heb ik preken van Søren Kierkegaard gelezen. Kierkegaard was een Deen, luthers, theoloog en filosoof uit de eerste helft van de 19e eeuw. Hij preekt voor een nieuwjaarsdag over geloof. Geloven valt een ander niet toe te wensen, zegt hij. “Geen mens kan het geloof een ander geven, wat het hoogste is, het edelste, het heiligste is in een mens, dat heeft ieder mens, dat is het oorspronkelijke in hem.” Als je een ander geloof zou kunnen geven, dan zou je het hem ook af kunnen nemen. En dat kan niet. Geloof kan je een ander niet afnemen, geloof hoort bij de mens. Maar wil hij het geloof ook bezitten? Dat is de vraag.
En ik moet denken aan Paulus op de Areopagus. De Atheners hebben het geloof – ze hebben een altaar opgericht voor een onbekende god – maar ze weten het nog geen woorden te geven. Paulus leert ze vanaf een hoogte kijken naar wat ze al wisten en hij laat hen zien hoe dat als een puzzelstukje in een veel grotere puzzel past die Jezus Christus heet. Je moet geloven willen, zegt Kierkegaard. Je hebt het geloof maar nu moet je het ook nog leren omarmen. Het geloof zal je sterken en helpen in het nu te leven. Een van de zaken die geloof leert, is omgaan met de toekomst. Het hoort tot ons mens-zijn dat we nadenken over de dag na vandaag. Dat is een vloek en een zegen. Christelijk geloof leert op een bijzondere manier naar de toekomst kijken. Toekomst is altijd onzeker en dat kan angstig maken. Paulus houdt de Atheners de dag voor ogen waarop God het oordeel zal vellen. Voor velen is die boodschap niet altijd gemakkelijk geweest. Want hoe zou ik staan in het oordeel?
Kierkegaard schrijft dat je je met de toekomst moet bezighouden om haar te overwinnen. De strijd met de toekomst is namelijk een strijd met jezelf. Maar hoe zal je die winnen? Kierkegaard noemt het voorbeeld van de zeeman. Als die het moeilijk krijgt op zee, dan kijkt hij omhoog. Kort en goed komt het hierop neer: de toekomst is alleen te overwinnen met het eeuwige. En de eeuwige macht in een mens is het geloof. Het geloof overwint de angst voor de toekomst en maakt vrij om helemaal hier en nu te leven. Het oordeel is niet om bang van te zijn. We zijn bang van onszelf. Paulus is bij uitstek de man die de toekomst schetst en tegelijkertijd het heden nieuwe betekenis geeft. Christus leeft in ons. Wie zou dan nog vrezen?
De gedachten bij de week zijn deze keer weer overgenomen uit de nieuwsbrief van de classis Utrecht en geschreven door onze classispredikant ds. Trinette Verhoeven.